Bioloog Peter van Helsdingen is expert op het gebied van spinnen en werkte bijna zijn hele leven bij Naturalis. Sinds zijn pensioen is hij nog steeds actief als gastonderzoeker. Ook Van Helsdingen is al van jongs af aan geïnteresseerd in beestjes. De spinnencursus die hij volgde in Engeland, toen hij nog op de middelbare school zat, heeft achteraf zijn hele leven bepaald.
Zoals uitgelegd in de inleiding van dit verhaal, kunnen de rollen van ongewervelden verschillen in de verschillende stadia in hun leven. Bij spinnen is dat niet het geval: van begin tot eind zijn het echte jagers. Dat doen ze op verschillende manieren. Sommige spinnen bouwen een web waar een prooi in belandt, maar sommige spinnen jagen echt. ,,Ik neem aan dat een spin heel goed hoort of er ergens iets beweegt. Dat hoort hij dan via de bodem, de bladeren. Ze kunnen ontzettend snel zijn, dus echt een prooi overrompelen. Dat gaat kennelijk goed, want ze zijn er nog. Spinnen zijn best een succesvolle groep,’’ legt Van Helsdingen uit.
Zakspinnensoort (geslacht onbekend) in de tuin – eigen foto
Op de vraag wat er gebeurt als er geen jagers meer zijn, kan Van Helsdingen alleen maar met fantasie antwoorden. ,,Een ecosysteem is heel idealistisch mooi in evenwicht. Het is echter nooit helemaal in evenwicht, het schommelt een beetje. De jagers vangen onschuldige prooien. Als ze er niet waren, breiden prooien zich uit, want er wordt niks weggevangen.’’ Van Helsdingen vertelt dat ook spinnen een nuttige bijdrage leveren voor het bestaan van de mens. ,,Als je alle spinnen zou wegzuigen met een stofzuiger, dan heb je grotere kans dat je last krijgt van te veel vliegen, te veel muggen of andere beesten waar we geen plezier aan hebben. Hoewel, dat zie je al haast niet meer, want de insecten zijn zo zeldzaam geworden, die hebben zo’n douw gekregen. Het verbaast me nog.’’
Minder Spinnen Van Helsdingen gaat er nog steeds op uit om veldwerk te verrichten. Hij merkt een duidelijk verschil met vroeger. ,,Ik had vroeger bij wijze van spreken te weinig potjes; heel snel had ik heel veel spinnen. Nu loop ik rond en ik klop en ik zeef en ik sleep en na een hele tijd denk ik ‘ja, ik heb wel wat, maar wat zijn er weinig’.’’ De afname van vliegende insecten heeft ook invloed op jagers. ,,Want die eten insecten. Als er minder vliegende insecten zijn, dan hebben de web-bouwende spinnen die daarvan moeten leven minder te eten.’’ Nog een ander duidelijk zichtbaar verschil met vroeger heeft te maken met nummerborden van auto’s. ,,Men startte een onderzoek om te kijken wat voor insecten er nu precies op nummerborden zaten. Die zaten vroeger altijd vol met platgeslagen muggen als je je auto moest wassen. Dat onderzoek werd gestart en na korte tijd had iedereen zoiets van ‘hou er maar mee op, want er zit niks meer op’. Dat is dus ook een bewijs, ze zitten er gewoon niet meer.’’
Grote trilspin in de woonkamer – eigen foto
Niet sympathiek De spinnenexpert vindt het niet vreemd dat er minder aandacht is voor spinnen. ,,Spinnen zijn nou eenmaal niet zo erg geliefd. Ze zijn niet aaibaar, ze maken vieze poepjes op ruiten, altijd troep van oude webben, want die vergaan niet. Mensen vinden ze eng. Ze kunnen bijten. Iedereen is er bang voor. Men vindt ze niet sympathiek.’’ Dat, terwijl de Nederlandse spin eigenlijk nooit iemand bijt.
,,Het zijn nuttige beesten, waarom zou je ze doodmaken?’’
Van Helsdingen gaf regelmatig lezingen over spinnen en ontving dan lovende reacties. Zo vertelde hij aan zijn publiek over de keer dat hij een bijzondere springspin vond, eentje die alleen in Zuid-Frankrijk voorkomt: ,,Mijn reactie was natuurlijk ‘hoe komt die hier nu terecht?’ Die heb ik nog nooit eerder in Nederland gezien. Zou die soort nu ook in ons land voorkomen? Maar 's nachts vond ik, wakker liggend en er nog over nadenkend, het antwoord. Ik had de dag ervoor de tent van zolder gehaald om te kijken of alles in orde was, want we zouden korte tijd later op vakantie gaan. De spin had blijkbaar een heel jaar in die tent gezeten en was er bij het uitpakken uitgekomen. Een heel jaar zonder voedsel en in de winter de vrieskou doorstaan op de zolder van de garage.’’ Als je je erin verdiept, zijn spinnen volgens Van Helsdingen hartstikke leuk. ,,Als je reacties hoort op mijn verhalen, dan vond men dat ongelooflijk interessant. En dan zeiden ze 'ik zal ze nooit meer opzuigen in mijn stofzuiger’. Gewoon maar naar buiten brengen. Ik raad dat ook altijd aan. Laat ze leven, want het zijn nuttige beesten, waarom zou je ze doodmaken?’’
Briefjes en e-mails De spinnenexpert krijgt wekelijks e-mails en brieven van mensen die een spin hebben gefotografeerd. ,,Dat vind ik leuk. Het is grappig. Ik ben ook heel blij dat dat gebeurt. Soms komen er echt leuke dingen uit, die ik zelf ook heel leuk vind. Ze komen mijn naam tegen en sturen mij dan een foto met de vraag ‘welke spin is dit’ en of ze bang moeten zijn.’’ Van Helsdingen legt de nieuwsgierigen dan uit dat je nooit bang hoeft te zijn en raadt de methode ‘glaasje met kartonnetje’ aan om de spinnen naar buiten te brengen. ,,Ze zijn zo weer binnen, maar dat zeg ik er dan niet bij.’’
In dit filmpje zie je een schors springspin in gevecht met zijn eigen spiegelbeeld. Veel spinnen kunnen niet goed zien, maar reageren op trillingen. Spring- en wolfspinnen hebben wel goed zicht, zoals in dit filmpje goed te zien is.
Comentarios